Bij het spelderen van een
plafond
worden tussen de
balken
kleine
troggewelfjes
van leemstucwerk
gemaakt.
Het gaat hierbij om zowel
brandpreventie,
als om verfraaiing.
Om de gewelfjes te maken, werden
wilgetenen gebogen en dan vastgespijkerd tegen de balken aan weerszijden en bovenaan tegen de
onderkant van de
vloerplanken.
Deze constructie werd bestreken met
leem,
waardoorheen
koehaar
was gemengd.
Het gespelderde plafond is een variant van het
leemstucplafond.
Door zijn vorm lijkt het gespelderde plafond op het eerste gezicht op gemetselde
troggewelfjes op houten balken.
Vooral in Limburg zijn nog voorbeelden van gespelderde plafonds te vinden. De meeste zijn ontstaan rond 17e eeuw.
Tekst: Bart Klück (12-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders